Voedsel

Op schilderijen uit de 17de eeuw zijn vaak gedekte tafels vol met lekkernijen te zien. Maar in het dagelijkse leven was het eten veel eenvoudiger.

De volwassenen zaten aan tafel en de kinderen stonden. Met de lepel waarmee werd gegeten, werd ook het eten uit de schalen geschept. En wilde je netjes zijn, dan veegde je die lepel eerst af aan het tafellaken. Het tafellaken werd ook gebruikt om vieze handen aan af te vegen.

Maaltijden bestonden uit brood met boter of kaas, pap of koolsoep en er was vaak vis of vlees, bijvoorbeeld met pruimen en krentensaus. De volwassenen dronken bier of wijn bij het eten. De kinderen dronken ook vaak bier. Water was vaak vervuild en niet veilig om te drinken.

Het vrolijke huisgezin, Jan Havicksz. Steen, 1668, Rijksmuseum Amsterdam.