In de 17de eeuw speelden de Nederlanders een belangrijke rol in de handel van tot slaaf gemaakte mensen.
Verboden in de Republiek In de 17de eeuw is slavernij in de Republiek verboden. In Amsterdam was er een speciale wet voor. Als iemand toch slaafgemaakt was en vrij wilde worden, kon hij of zij naar de rechter stappen.
Slavernij wel buiten de Republiek Buiten de grenzen van de Republiek hielden de Nederlanders zich helaas op grote schaal bezig met slavernij. De WIC verscheepte mensen van Afrika naar Amerika. Tussen 1640 en 1660 werden er ruim 160 transporten georganiseerd onder de Nederlandse vlag.
De prijs van slaafgemaakten varieerde afhankelijk van vraag en aanbod, maar werd ook bepaald door leeftijd, lengte en geslacht. Voor jongens tussen de twaalf en vijftien jaar was de prijs ongeveer 133 gulden (ca. 60 euro). Voor meisjes was dat ongeveer 140 gulden (ca. 63,50 euro). Volwassen mannen en vrouwen brachten iets meer op, ongeveer 155 gulden (ca. 70 euro).