Misdaad werd in de 17de eeuw streng afgestraft. Om de schuldige te laten bekennen werd er gebruik gemaakt van de pijnbank, hand- en voetschroeven, gloeiende ijzers en de zweep.
Bekende de schuldige, dan volgde de veroordeling snel. Op veel misdaden stond de doodstraf. Een man kon veroordeeld worden tot een paar jaar in het rasphuis. Dat was een gevangenis waar de schuldigen Braziliaans hout moesten fijn raspen. Het houtpoeder diende als roodbruine kleurstof voor verf. Vrouwen werden naar het spinhuis gestuurd. Daar moesten ze de hele dag wol spinnen.